Werk veilig.
Houd plezier.
Kijk vooruit.

Pesten, intimidatie en discriminatie treft duizenden werknemers in bouw en infra

12 mei 2023

Pesten, intimidatie en discriminatie treft duizenden werknemers in bouw en infra

Jaarlijks krijgen ruim 8.000 werknemers in de bouw en infra te maken met ongewenst gedrag. De gevolgen zijn groot, voor het slachtoffer, de collega’s en de werkgever.

Ongewenst gedrag op de werkvloer, zoals pesten en discrimineren, krijgt de afgelopen jaren in steeds meer sectoren aandacht. Ook in de bouw en infra. Maar volgens experts moet er nog veel gebeuren om het probleem écht aan te pakken. Cobouw zette de meest recente cijfers op een rij.

Ongewenst

Zo’n 7 procent van alle werknemers in de bouwnijverheid (bouw, infra, metaal en techniek) heeft te maken met ongewenst gedrag op de werkvloer, blijkt uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden benchmarktool, die in april is gepubliceerd. In totaal gaat het om bijna 25.000 mensen, van de ongeveer 353.000 werknemers die werkzaam zijn in de bouwsector.

Wordt ingezoomd op de bouw- en infrasector, dan komt er een vergelijkbaar percentage uit de bus. Volgens de Bedrijfstakatlas van Volandis krijgen jaarlijks zo’n 8.000 medewerkers te maken met pesten, intimidatie, discriminatie of geweld. Daarbij baseerde het kennisinstituut voor de bouw zich op de vragenlijst uit het jaarlijkse Periodieke Arbeidsgezondheidskundig Onderzoek (PAGO), dat zich richt op de 110.000 medewerkers in de bouw- en infra.

Van alle vormen van ongewenst gedrag hebben werknemers in de bouw het vaakst last van conflicten met hun werkgever (9,5 procent), tonen de cijfers uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden aan. Ruim 8 procent betreft een vorm van discriminatie, bijvoorbeeld om sekse, geaardheid of leeftijd; zo’n 3 procent houdt verband met pesten door leidinggevenden, klanten of collega’s. Ruim 1 procent heeft te maken met seksuele intimidatie. Lichamelijk geweld komt minder voor. 0,4 procent van de bouwwerknemers geeft aan dat te hebben meegemaakt.

Bouwplaatsmedewerkers

Bij medewerkers in de bouw en infra ligt het percentage pesten en intimidatie hoger dan in de totale bouwnijverheid. In 2021 had 6 procent ermee te maken, maakt de Bedrijfstakatlas duidelijk. Bouwplaatsmedewerkers hebben daar het meeste last van, met een gemiddelde van 7,4 procent over de afgelopen drie jaar. UTA-medewerkers scoren lager: 5,3 procent.

Een aantal beroepen springt er uit als het gaat om blootstelling aan pesten en intimidatie. In de Bedrijfstakatlas worden vooral de rioleerder, de werfbaas en de betontimmerman genoemd. Waarom werknemers met die functies meer last hebben van ongewenst gedrag dan andere functies, kan Volandis op basis van de gegevens uit de Bedrijfstakatlas niet verklaren.

De cijfers over ongewenst gedrag in de bouwnijverheid zijn overigens relatief laag vergeleken met andere sectoren, laat de NEA-benchmarktool zien. In de horeca klaagt 20 procent van de werknemers over ongewenst gedrag; in de zorg gaat het om dik 10 procent.

Machocultuur

De werkelijke cijfers kunnen in de bouw echter hoger liggen, stelt Ingrid de Laat van de arbodienst Richting. Zij werkt als vertrouwenspersoon in diverse branches en ze merkt dat vooral medewerkers in de bouwsector het lastig vinden naar haar toe te stappen. “Dit heeft te maken met de machocultuur. Het idee van ‘stel je niet aan, gewoon doorbijten’. Het kan zijn dat de werkelijke gevallen daardoor hoger liggen, al is dat een aanname.” De vertrouwenspersoon krijgt sinds het schandaal bij The Voice meer meldingen, ook uit de bouw.

Ongewenst gedrag in de bouw is volgens experts een groot probleem. Ook al springt de bouw- en infrasector er in vergelijking met andere sectoren er niet direct uit, dat jaarlijks zo’n 8.000 mensen ermee te maken hebben is té veel, stelt Barteld Dijkman, arbeid- en organisatiespecialist van Volandis. “Elk slachtoffer is er een te veel.”

Impact

De gevolgen van ongewenst gedrag zijn volgens hem niet te onderschatten. Voor het slachtoffer, maar ook voor het team, de werkgever en zelfs een opdrachtgever kan de impact enorm zijn, aldus Dijkman. “Slachtoffers gaan vermijdingsgedrag vertonen. Ze willen niet meer werken met de persoon waar ze een conflict mee hebben. De sociale cohesie in het team verdwijnt, fouten liggen op de loer en die leiden soms tot ongelukken, of vertraging bij projecten. Ongewenst gedrag leidt ook tot stress en verzuim.”

Bedrijven hebben, volgens experts Dijkman en De Laat, nog veel te doen om het probleem aan te pakken. Het probleem negeren kan niet, want werkgevers zijn volgens de Arbowet verplicht een veilige werkomgeving te bieden. Niet alleen als het om fysieke veiligheid gaat, maar ook om bescherming tegen psychosociale arbeidsbelasting.

Leidinggevende

Het onderwerp staat door de groeiende aandacht voor ongewenst gedrag hoger op de agenda bij bouwbedrijven, maar het bespreken ervan op de werkvloer blijft ‘een worsteling’, ziet Dijkman in de praktijk.

“Hoe weet je of het gaat om pesten of een plagerijtje? Een lastig vraagstuk”, legt de arbeids- en organisatiespecialist uit. Bedrijven kunnen veel bereiken als ze in het bedrijfsreglement een alinea opnemen waarin staat dat mensen van elke afkomst, leeftijd, sekse en geaardheid welkom zijn en elkaar met respect behandelen. Vervolgens moet de organisatie dit communiceren. De leidinggevende heeft een grote rol in de communicatie naar medewerkers en het aanpakken van ongewenst gedrag. “Het is belangrijk dat leidinggevenden openstaan voor meldingen. Dat ze een melding serieus nemen en niet afwimpelen met een opmerking dat het wel meevalt of niet zo bedoeld was.”

Daarnaast is het van belang dat er een cultuur ontstaat van het ‘elkaar kunnen aanspreken’, vult De Laat aan. “Bespreek met je werknemers wat wel en niet oké is en wanneer je elkaar op bepaald gedrag kunt aanspreken. Als dat eenmaal is geaccepteerd, dan ontstaat er een veilige werksfeer.”

Signalen

Probleem is dat veel bouwbedrijven denken dat ongewenst gedrag in de eigen organisatie niet voorkomt. Ze herkennen de signalen onvoldoende, stelt Dijkman. “Ze zeggen dan: dit is de cultuur hoe we met elkaar omgaan, grapjes horen erbij. Maar zo’n grapje gaat soms van kwaad tot erger, opeens is iemand het pispaaltje geworden. De drempel om ongewenst gedrag te melden wordt daardoor onbedoeld hoger. De directie heeft een grote rol dit soort gedrag te erkennen en te veranderen.”

De mogelijkheid om naar een vertrouwenspersoon te stappen is dan ook van groot belang, vult hij aan. Volandis biedt daarom sinds een paar jaar een gratis vertrouwenspersoon aan voor werkgevers en werknemers die onder de bouw- en infra-cao vallen.

 

Bron: Cobouw

contact